Hoe omgaan met moeilijke situaties
Omgaan met stressvolle situaties
Het is te verwachten dat iedereen wel eens wat stress ervaart in het dagelijkse schoolleven. Af en toe een beetje stress ervaren kan als iets goeds worden beschouwd, omdat het ons helpt om onze acties te motiveren, met taken te beginnen en naar onze doelen te blijven streven, zelfs als we met moeilijkheden worden geconfronteerd. Stress kan echter overweldigend worden en ons vermogen om te handelen belemmeren. Dit gebeurt wanneer we niet over de middelen beschikken om met een bijzonder uitdagende situatie om te gaan of wanneer we ons in een scenario bevinden waarin stressvolle situaties zich blijven opstapelen, waardoor het moeilijk wordt om de vorige stress te overwinnen voordat er nieuwe ontstaan.
In dit deel van de toolbox vind je een aantal hulpmiddelen die jou en je leerlingen kunnen helpen om te gaan met alledaagse stress. Sommige hulpmiddelen kunnen tijdens het dagelijkse schoolleven worden gebruikt om stress te voorkomen en andere in meer voorspelbare stressvolle situaties om stress te verlichten.
In Pijler I “”Veerkrachtversterkend werken“” staat een beschrijving van positieve groepsontwikkeling. De positieve groepsontwikkeling verloopt via een aantal fasen. Bij het kiezen van oefeningen uit Pijler II “”Omgaan met stresssituaties“” raden we je aan om rekening te houden met de fase van groepsontwikkeling waarin de klas zich op dat moment bevindt, en je ook bewust te zijn van de leerlingen die op dat moment veel stress ervaren. Probeer een oefening te kiezen die het welzijn van de leerlingen en de ontwikkeling van copingvaardigheden ondersteunt en vermijd dat onaangename gedachten en gevoelens naar boven komen.”
Whiting, S. B., Wass, S. V., Green, S., & Thomas, M. S. (2021). Stress and learning in pupils: Neuroscience evidence and its relevance for teachers. Mind, Brain, and Education, 15(2), 177-188.
Titel |
---|
Peer Sharing |
Ondertitel |
Leren luisteren naar elkaar |
Korte beschrijving |
Om de oefening Peer Sharing te kunnen gebruiken, moet de klas een hoge mate van vertrouwen hebben. Als je kijkt naar Pijler I “Veerkrachtversterkend werken”, dan zie je een beschrijving van positieve groepsontwikkeling. De positieve groepsontwikkeling verloopt via een aantal fasen. De vierde fase heet autonome fase. In deze fase staan leerlingen open voor elkaar. De psychologische veiligheid in de klas is nu groot genoeg om open discussies te voeren. Leerlingen werken op een meer ontspannen, effectievere en hechtere manier. Deze oefening moet worden gebruikt in klassen die zich in de autonome fase bevinden.
Om de oefening te laten slagen, moeten de leerlingen zich bovendien bewust zijn van goede luistervaardigheden. Misschien kan voorafgaand aan de oefening een discussie met de klas worden gevoerd over wat voor soort persoon ze makkelijk vinden om mee te praten en zich voor open te stellen. De luistervaardigheden die door de leerlingen naar voren worden gebracht, kunnen worden opgesomd om ervoor te zorgen dat iedereen zich hiervan bewust is. Leerlingen krijgen de kans om gedachten en gevoelens te delen binnen een veilige en gestructureerde activiteit. Luistervaardigheden worden aangeleerd en geoefend. Dit is een driedelige activiteit die leerlingen de gelegenheid biedt om: 1) stress te verlichten door te praten over wat ze op dat moment denken of voelen, terwijl er opzettelijk naar hen geluisterd wordt; 2) te praten over mogelijkheden en oplossingen die verband houden met het onderwerp dat aan de orde is om te helpen voorbij de huidige gevoelens van stress en/of spanning te komen. De activiteit houdt in dat één leerling praat terwijl zijn/haar partner(s) luistert (luisteren) zonder commentaar; 3) hun ervaring samenvatten met het gebruik van de luistervaardigheden en hoe ze zich voelden toen er naar hen geluisterd werd. Stel samen met de leerlingen regels op voor veilig delen. Bijvoorbeeld: Respectvol zijn, niet plagen, over gedeelde informatie wordt niet gepraat als de activiteit is afgelopen (blijft in de klas), respecteer alle gevoelens, ideeën, meningen. Modelleer voor het begin de activiteit met behulp van uzelf en vrijwilligers om de activiteit duidelijk te demonstreren. |
Instructies |
Deel één
|
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
"Stress is een natuurlijk onderdeel van het leven van elke jongere. Stress is elke verandering, intern of extern, positief of negatief, waaraan een jongere zich moet aanpassen; eenvoudig gezegd is “stress alles wat fysieke en/of mentale belasting van lichaam en geest veroorzaakt” (Joyce V. Fetro, Personal & Social Skills, 2000). De stress van studenten is meestal gerelateerd aan alledaagse ervaringen, zorgen en uitdagingen op school, thuis, in de omgeving en binnen hun leeftijdsgenoten. Jongeren kunnen bijvoorbeeld stress ervaren door pesten, schelden, sociaal isolement, niet krijgen wat ze willen, lichaamsbeeld, academische problemen en onveilige situaties in hun buurt. Hoewel elke leerling anders reageert op stress en deze anders oplost, kan de impact van voortdurende en/of onopgeloste stress leiden tot gevoelens van angst, depressie, prikkelbaarheid, slechte concentratie, agressie, lichamelijke ziekten, vermoeidheid, slaapstoornissen en slechte copingvaardigheden zoals het gebruik van tabak, drugs en/of alcohol. Daarom kunnen jongeren, net als volwassenen, baat hebben bij het leren en oefenen van stressmanagementvaardigheden. Studenten die stressreductievaardigheden ontwikkelen, leren hoe ze zich beter kunnen voelen en ermee om kunnen gaan zonder zichzelf of anderen pijn te doen. Het identificeren en erkennen van de oorzaken van stress en het uiten van gevoelens daarover zijn meestal de meest effectieve middelen die studenten hebben om stress te verminderen, naast het leren van praktische stressreductievaardigheden." |
Duur |
20 Minuten |
Materiaal |
Geen materiaal nodig |
Referenties |
Edutopia |
Titel |
---|
Stille ball (bewegingsoefening) |
Ondertitel |
Oefening met fysieke activiteit |
Korte beschrijving |
De leerkracht introduceert het idee dat lichaamsbeweging een uitstekend stressbeheersingsmiddel is en legt de regels van de stille bal uit:
|
Instructions |
Uitbreiding: De leerkracht kan deze activiteit ook op andere momenten met de klas doen, bijvoorbeeld op een regenachtige dag. een regenachtige dag. Het kan nuttig zijn om leerlingen te kalmeren en te focussen bij overgangen (bijv. na terugkomst van de lunch/reces in het klaslokaal), om een verlengde/langdurige les of als stimulans voor het succesvol afronden van een taak/les. Voer een nabespreking met leerlingen over de voordelen voor de gezondheid en stress voordelen van leuke, veilige lichamelijke activiteiten. Leidende vragen:
|
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Stress is een natuurlijk onderdeel van het leven van elke jongere. Stress is elke verandering, intern of extern, positief of negatief, waaraan een jongere zich moet aanpassen; eenvoudig gezegd, “stress is alles wat fysieke en/of mentale belasting van lichaam en geest veroorzaakt” (Joyce V. Fetro, Personal & Social Skills, 2000). De stress van leerlingen wordt meestal geassocieerd met alledaagse ervaringen, zorgen en uitdagingen op school, thuis, in de gemeenschap en binnen hun peergroup. Jongeren kunnen bijvoorbeeld stress ervaren door pesten, schelden, sociaal isolement, niet krijgen wat ze willen, lichaamsbeeld, academische problemen en onveilige omgevingen. Hoewel elke leerling anders reageert op stress en deze anders oplost, kan de impact van aanhoudende en/of onopgeloste stress zich uiten in gevoelens van angst, depressie, prikkelbaarheid, slechte concentratie, agressie, lichamelijke ziekten, vermoeidheid, slaapstoornissen en slechte copingvaardigheden zoals het gebruik van tabak, drugs en/of alcohol. Daarom kunnen zowel jongeren als volwassenen baat hebben bij het leren en toepassen van stressmanagementtechnieken. Studenten die stressreductievaardigheden ontwikkelen, leren hoe ze zich beter kunnen voelen en beter kunnen omgaan met stress zonder zichzelf of anderen iets aan te doen. Het identificeren en herkennen van de oorzaken van stress en het uiten van gevoelens hierover zijn meestal de meest effectieve middelen die studenten hebben om stress te verminderen, naast het leren van praktische stressreductietechnieken. |
Duur |
20 Minuten |
Materiaal |
Gebruik een bal met licht gewicht. |
Referenties |
Edutopia |
Titel |
---|
Werken in groepen |
Ondertitel |
Coöperatieve technieken voor informatieverwerking |
Korte beschrijving |
Tijdens de uitleg van de leerkracht geeft deze tijd zodat de leerlingen de belangrijkste ideeën van de uitleg kunnen delen met een klasgenoot en hun aantekeningen kunnen verbeteren dankzij de bijdrage van hun klasgenoot. De leerlingen worden in tweetallen geplaatst en hebben na de presentatie van de leerkracht de tijd om hun twijfels te bespreken met hun medeleerlingen, wat ze hebben begrepen van de presentatie van de leerkracht... |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Adolescenten, vooral vroege adolescenten, zijn kwetsbaar voor stress veroorzaakt door negatieve interacties met leeftijdsgenoten. Stress kan op zijn beurt leiden tot meer mentale gezondheidsproblemen en een verminderde academische betrokkenheid, naast negatieve gevolgen op lange termijn voor de cognitieve ontwikkeling en de lichamelijke gezondheid. Verschillende onderzoeken wijzen erop dat het verbeteren van relaties met leeftijdsgenoten, door middel van zorgvuldig gestructureerde leeractiviteiten in kleine groepen (d.w.z. coöperatief leren), stress en emotionele problemen zou kunnen verminderen en academische betrokkenheid zou kunnen bevorderen (Van Ryzin & Roseth, 2021). Johnson, D., Johnson, R., & Smith, K. (1998). Active learning: Cooperation in the college classroom. Edina, MN: Interaction Book Company. |
Duur |
15 Minuten |
Referenties |
Collegiale communicatie, inclusie en vriendelijke communicatie. |
Titel |
---|
De samenvatter |
Ondertitel |
Coöperatieve technieken voor informatieverwerking |
Korte beschrijving |
Op een bepaald moment in de presentatie van de leerkracht nemen de leerlingen in tweetallen de rol aan van de samenvattende spreker, die de gepresenteerde informatie probeert samen te vatten zonder naar de aantekeningen te kijken, en de ander (de luisteraar) die feedback geeft op volledigheid en juistheid. Vervolgens werken ze in tweetallen de informatie uit door deze te personaliseren met eerdere leerstof of door elementen van synthese te creëren om de informatie te onthouden. De leerkracht stopt de presentatie en wijst de leden van het tweetal aan als samenvatters en luisteraars. Elk paar voert de activiteiten van de respectieve rol uit (de informatie samenvatten zonder naar de aantekeningen te kijken; of feedback geven op de mondelinge samenvatting). Elk tweetal werkt de informatie uit en maakt een “toe-eigening” waardoor ze de informatie begrijpen. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
O’ Donnell, A.M. (1999). Structuring dyadic interaction through scripted cooperation. In A.M O´Donnell & A. King (Eds.), Cognitive perspectives on peer learning (pp. 179-196). Inc Publishers. Een aantal veldstudies heeft aangetoond dat studenten, mits de juiste instructie, effectief kunnen leren in tweetallen en kleine groepen (bijv. Slavin, 1983; 1990). Echter, slechts weinig studies hebben de strategieën onderzocht binnen een gecontroleerde laboratoriumomgeving, en nog minder studies hebben post-secundaire studenten betrokken. Om deze lacune op te vullen, ontwikkelden Dansereau en zijn collega's de "MURDER"-methode (Dansereau et al., 1979). In de afgelopen jaren hebben Dansereau en zijn collega's (bijv. Hall et al., 1988; Patterson, Dansereau, & Newborn, 1992; O'Donnell et al., 1985) een onderzoeksprogramma uitgevoerd gericht op het onderzoeken van leermethoden gebaseerd op deze techniek. Dit wordt aangeduid als "gescript coöperatief leren." De techniek bestaat uit een gecontroleerde interactie tussen twee studenten terwijl ze een stuk tekstmateriaal leren. Laboratoriumonderzoek toont aan dat de strategie verschillende potentiële voordelen heeft. Ten eerste kan de methode het verwerven van tekstmateriaal verhogen in vergelijking met studenten die alleen studeren (Hall et al., 1988). Daarnaast lijkt de methode metacognitieve vaardigheden (d.w.z. het monitoren van begrip en het detecteren van fouten) te verbeteren (Hall, Dansereau, O'Donnell, & Skaggs, 1989) en een positieve houding ten opzichte van studeren te genereren in vergelijking met alleen studerende leerlingen (O'Donnell, Dansereau, Hall & Rocklin, 1987). Ze dragen ook bij aan het welzijn van de studenten en een meer coöperatief klimaat in de klas. Tot slot blijkt de techniek te leiden tot verbeteringen in zowel mondelinge als schriftelijke communicatie (O'Donnell, Larson, Dansereau, & Rocklin, 1985). • Dansereau, D. F., Collins, K. W., McDonald, B. A., Holley, C. D., Garland, J. C., Diekhoff, G., & Evans, S. H. (1979). Development and evaluation of a learning strategy program. Journal of Educational Psychology, 71, 64-73. • Hall, R. H., Dansereau, D. F., O’Donnell, A. M., & Skaggs, L. P. (1989). The effect of textual errors on dyadic and individual learning. Journal of Reading Behavior, 12, 127-140. • Hall, R. H., Rocklin, T. R., Dansereau, D. F., Skaggs, L. P., O’Donnell, A. M., Lambiotte, J. G., & Young, M. D. (1988). The role of individual differences in the cooperative learning of technical material. Journal of Educational Psychology, 80, 172-178. • O’Donnell, A. M., Dansereau, D. F., Hall, R. H., & Rocklin, T. R. (1987). Cognitive, social/affective, and metacognitive outcomes of scripted cooperative learning. Journal of Educational Psychology, 79, 431-437. • O’Donnell, A. M., Dansereau, D. F., Rocklin, T. R., Hythecker, V. I., Lambiotte, J. G., Larson, C. O., & Young, M. D. (1985). Effects of elaboration frequency on cooperative learning. Journal of Educational Psychology, 77, 572-580. • O’Donnell, A. M., Larson, C. O., Dansereau, D. F., & Rocklin, T. R. (1985). Effects of cooperation and editing on instruction writing performance. Journal of Experimental Education, 54, 207-210. • Patterson, M. E., Dansereau, D. F., & Newborn, D. (1992). Effects of communication aids and strategies on cooperative teaching. Journal of Educational Psychology, 84, 453 – 461. • Slavin, R. E. (1983). Cooperative learning. New York: Longman. • Slavin, R. E. (1990). Cooperative learning: Theory, research, and practice. Allyn and Bacon: Needham Heights, MA. |
Duur |
20 Minuten |
Materiaal |
pen en papier |
Titel |
---|
Een probleem verzenden (variant) |
Ondertitel |
Coöperatieve technieken voor probleemoplossing |
Korte beschrijving |
|
Theoretische achtergrond |
Uitgebreid onderzoek heeft coöperatief leren vergeleken met traditionele klassikale instructie met dezelfde leerkrachten, hetzelfde lesprogramma en dezelfde beoordelingen. Gemiddeld genomen:
Coöperatief leren houdt in dat lessen worden gestructureerd rond kleine groepen die op zo'n manier samenwerken dat het succes van elk groepslid afhankelijk is van het succes van de groep. Er zijn verschillende soorten groepen voor verschillende situaties, maar ze brengen allemaal een aantal sleutelelementen in evenwicht die coöperatief leren onderscheiden van competitief of individualistisch leren. |
Duur |
50 Minuten |
Materiaal |
enveloppen, pen en papier |
Titel |
---|
Een probleem verzenden (variant) |
Ondertitel |
Coöperatieve technieken voor probleemoplossing |
Korte beschrijving |
Elk team krijgt een envelop met een probleem. Ze lossen het op, stoppen de geschreven oplossing in de envelop en geven het door aan een ander team. Het volgende team maakt (zonder naar het antwoord te kijken) zijn eigen oplossing en geeft het probleem weer door aan een ander team. Als alle teams het probleem al hebben opgelost, bekijkt elk van de eerste teams het antwoord op hun probleem en beoordeelt de oplossingsprocedures van de andere teams. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Kagan, S. (1992). Cooperative learning. Resources for teachers. |
Duur |
20 Minuten |
Materiaal |
Verbeteren van luistervaardigheden, actieve participatie, vriendelijke communicatie. |
Titel |
---|
Empathisch onderhandelen |
Ondertitel |
Coöperatieve technieken voor probleemoplossing |
Korte beschrijving |
Menselijke interactie verloopt niet altijd even soepel. Soms bevinden we ons in situaties waarin onze doelen en die van iemand anders niet tegelijkertijd bereikt kunnen worden of realiseren we ons dat andere mensen de dingen niet vanuit ons standpunt zien. Misverstanden en toevallige confrontaties kunnen gebeuren. In zo'n situatie helpt het verwoorden van de eigen behoeften, doelen en verwachtingen en het zorgvuldig luisteren naar wat de ander te zeggen heeft vaak om een gemeenschappelijke basis te vinden, de goede bedoelingen van beide partijen te erkennen en een oplossing te vinden die voor iedereen geschikt is. Leerkrachten worden vaak geconfronteerd met conflicten die opgelost moeten worden. De conflicten kunnen worden benaderd in de context van herstelgerichte klasmethoden. Deze situaties kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn voor de leerlingen om vaardigheden te oefenen voor het oplossen van conflicten. Om twee doelen - het oplossen van een conflict en het ontwikkelen van vaardigheden - tegelijk te bereiken, zou het nuttig zijn als een verantwoordelijke volwassene het proces begeleidt. Een mogelijke manier om dit te doen is het volgen van een empathisch onderhandelingsproces: De eerste stap in dit proces is erkennen dat er een misverstand of conflict is. Om de beurt krijgt elk van de partijen de gelegenheid om te beschrijven en uit te leggen wat ze zelf aan het doen waren, wat ze zagen en hoorden, wat ze dachten en wilden, hoe ze zich voelden. Tijdens dit alles luisteren de andere partijen aandachtig en zodra degene die aan het woord was klaar is met wat hij te zeggen had, mogen de anderen om de beurt in hun eigen woorden zeggen wat ze net hebben horen zeggen. Een voor een mogen de deelnemers hun kant van het verhaal beschrijven en uitleggen, gevolgd door de feedback van de luisteraars die zeggen wat ze net gehoord hebben. Als iedereen zijn zegje heeft gedaan en iedereen heeft verwoord wat ze hoorden dat de anderen zeiden, vraagt de persoon die het proces leidt aan elke partij om hun behoeften te verwoorden, waar rekening mee moet worden gehouden om de situatie op te lossen. Vervolgens worden de partijen aangemoedigd om met een mogelijke oplossing te komen. Als er een oplossing is gevonden die voor iedereen geschikt is, worden de partijen aangemoedigd om te handelen op een manier die het conflict oplost. Bijvoorbeeld: De leerkracht merkt dat twee klasgenoten - Martin en Peter - in een heftige ruzie verwikkeld raken tijdens een groepsopdracht. De leerkracht vraagt Martin en Peter even opzij te gaan om te bespreken wat het probleem lijkt te zijn. De docent vraagt Martin uit te leggen wat er net met hem is gebeurd en draagt Peter op te luisteren. Dan vraagt de leerkracht aan Peter om in zijn eigen woorden te zeggen wat hij net heeft gehoord. Dan is het Peters beurt om uit te leggen wat er met hem is gebeurd en Martins beurt om te luisteren en te herhalen wat hij net heeft gehoord. Dan vraagt de leerkracht aan Martin en Peter om beurt te zeggen wat ze nodig zouden hebben om de situatie op te lossen. De leerkracht moedigt beide jongens aan om een mogelijke oplossing aan te dragen en de oplossing te kiezen die het beste bij beiden past. Indien nodig vraagt de leerkracht aan elk van de jongens om kort te beschrijven hoe ze zullen handelen om het conflict opgelost te krijgen. De leerkracht moedigt de jongens aan om het gekozen plan uit te voeren. Naarmate de leerlingen vertrouwd raken met het proces, zal de rol van de leerkracht in het begeleiden van de leerlingen bij elke stap en het voortdurend herinneren aan de onderhandelingsregels afnemen. Bij “ervaren onderhandelaars” is de belangrijkste rol van de leerkracht misschien het opmerken van de noodzaak om het proces te starten en het voorzien in tijd en plaats voor de betrokken partijen om het proces te doorlopen. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Sociale situaties op zo'n manier aanpakken dat de onderlinge verbondenheid behouden blijft en het conflictniveau daalt, verhoogt de emotionele veiligheid en helpt om de behoefte om erbij te horen te bevredigen. Het oefenen van cognitieve, emotionele en gedragsmatige empathie helpt niet alleen bij het kiezen van de meest geschikte oplossing voor de andere partij, maar ook bij het ontwikkelen van de eigen vaardigheden op het gebied van emotieregulatie. |
Duur |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik is een paar minuten vaak genoeg. |
Titel |
---|
Ragdoll |
Ondertitel |
Relaxatie oefening |
Korte beschrijving |
De oefening helpt ons te leren hoe we de spieren kunnen ontspannen die de neiging hebben gespannen te raken door stress. Voor de allereerste oefening is het gemakkelijker om te proberen alle spieren zo hard mogelijk aan te spannen, ze even gespannen te houden en te voelen hoe de spieren en het hele lichaam aanvoelen als een rots of een stuk hout. Vervolgens moet je proberen om alle spanning van alle spieren los te laten en te voelen hoe de spieren en het lichaam zo zacht of ragdoll-achtig mogelijk aanvoelen. De oefening kan herhaald worden om echt het verschil te voelen tussen spanning en ontspanning. Voor meer gevorderde deelnemers kan de techniek van aanspannen en ontspannen worden toegepast op slechts één spiergroep, bijvoorbeeld de schouders. Men kan bijvoorbeeld beide schouders zo ver mogelijk naar de oren optrekken (zonder de andere spieren aan te spannen) en dan de schouders, armen en handen naar beneden laten vallen met de schouderspieren zo ontspannen mogelijk. De oefening kan zo vaak als nodig herhaald worden. Voor de meest gevorderde beoefenaars kan het opzettelijk aanspannen van de spieren worden overgeslagen en als er spanning in een spier wordt opgemerkt, kan alleen ontspanning worden gebruikt. Eerst kan de leerkracht beginnen met de leerlingen uit te leggen hoe stress, spierspanning en ontspanning met elkaar samenhangen. Als de leerkracht vervolgens de oefeningen aan de leerlingen voorstelt, kan hij beginnen met de leerlingen te vragen om op te merken hoe hun lichaam aanvoelt en vooral te letten op eventuele spanningen. Daarna kan de leerkracht de leerlingen door de oefeningen leiden. De leerkracht kan kiezen welke oefening(en) hij/zij gebruikt, afhankelijk van de groep en de beschikbare tijd. Na afloop van de oefening kan het nuttig zijn om te bespreken hoe je ontspanning opmerkt en hoe het voelt om ontspannen te zijn. Als de leerlingen eenmaal vertrouwd zijn met de oefening, kunnen ze zelf instructie geven. De leerkracht moet in de lessen tijdstippen opnemen om de leerlingen eraan te herinneren dat ze moeten oefenen en tijd voor hen vrijmaken om de oefening te doen. Naarmate de leerlingen meer bedreven raken in ontspanning, kunnen ze deze vaardigheid gebruiken om te voorkomen dat ze in moeilijke situaties te veel stress ervaren. De leerkracht kan hen er bijvoorbeeld aan herinneren om spierontspanning te gebruiken als er een stressvolle situatie zoals een examen aankomt. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
e.g. Dolbier, C. L., & Rush, T. E. (2012). Efficacy of abbreviated progressive muscle relaxation in a high-stress college sample. International Journal of Stress Management, 19(1), 48. |
Duur |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik zijn een paar minuten voldoende. |
Materiaal |
De mogelijkheid om comfortabel te staan, zitten of liggen. |
Titel |
---|
Controle voelen |
Korte beschrijving |
Het gevoel de controle kwijt te zijn kan een stressreactie opwekken en de prestaties in leer- en testsituaties verminderen. Om het gevoel van controleverlies te verminderen, moet de behoefte aan autonomie van leerlingen worden vervuld. Om dit te bereiken kan de leraar aandacht besteden aan de stemmingen en gevoelens van leerlingen, hun mening vragen en naar hen luisteren, hen vooraf informeren over geplande activiteiten en verwachte veranderingen, en hen redelijke keuzes laten maken. De leraar kan hier in elke les enkele minuten voor uittrekken. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American psychologist, 55(1), 68. Dickerson, S. S., & Kemeny, M. E. (2004). Acute stressors and cortisol responses: a theoretical integration and synthesis of laboratory research. Psychological bulletin, 130(3), 355. |
Duur |
Kan worden opgenomen in het dagelijkse onderwijs en communicatie. |
Materiaal |
Aandachtig, oprecht nieuwsgierig en vriendelijke communicatie. |
Titel |
---|
Ik ben goed genoeg |
Ondertitel |
Sociaal-waarderende bedreiging elimineren |
Korte beschrijving |
Angst voor negatieve sociale evaluatie kan een stressreactie veroorzaken en de prestaties in leer- en toetssituaties verlagen. Om de dreiging van sociale evaluatie te verminderen, kunnen leerkrachten verschillende dingen doen. Ze kunnen hun leerlingen laten weten dat ze geloven in hun vermogen om te leren en redelijk hoge doelen te bereiken. Leerkrachten kunnen het kader van formatieve evaluatie gebruiken. Bijvoorbeeld feedback geven over doelen die nog niet bereikt zijn, door het woord 'nog' te gebruiken. Daarnaast kunnen ze de persoonlijke groei van de leerlingen erkennen en voorkomen dat ze hun prestaties vergelijken met die van anderen. Ook kunnen leerkrachten met leerlingen delen wat ze aan hen waarderen en de leerlingen aanmoedigen om positieve feedback onderling te delen. Dit kan helpen om de dreiging van negatieve sociale evaluatie te verminderen.” |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Dweck’s ‘Growth Mind-Set’model Self-determination theory |
Duur |
Kan worden opgenomen in het dagelijkse onderwijs en communicatie. |
Materiaal |
Aandachtig, oprecht nieuwsgierig en vriendelijke communicatie. |
Titel |
---|
Laat je gedachten los |
Ondertitel |
Mindfulness-oefeningen |
Korte beschrijving |
Om de leerlingen in het hier en nu te betrekken, kan het nuttig zijn om hen te helpen gedachten en gevoelens over eerdere of toekomstige situaties of over zichzelf en hun evaluaties van hun eigen prestaties opzij te zetten. Intense emotionele reacties en terugkerende zelfkritische gedachten kunnen stressreacties veroorzaken of in stand houden (niet loslaten). Als leerkracht kun je met je leerlingen bespreken hoe je de gedachten die steeds weer in je hoofd opkomen en de gevoelens die door deze gedachten ontstaan, kunt opmerken; ook kun je bespreken hoe onze gedachten en gevoelens informatief kunnen zijn en hoe deze in verband kunnen worden gebracht met stress. De leerkracht kan de leerlingen dan begeleiden door enkele op mindfulness gebaseerde oefeningen om hen te helpen sommige van hun gedachten te herkennen en te oefenen in het loslaten van deze gedachten. Bijvoorbeeld: Herken de gedachten die in je hoofd opkomen. Leer de gedachten op een nieuwsgierige en vriendelijke manier kennen. Probeer te onthouden dat zelfs een stressvolle gedachte slechts een gedachte is, één van de vele mogelijke gedachten. Terwijl je de gedachte herkent en observeert, zul je er niet automatisch aan toegeven. In plaats van toe te geven aan een gedachte of er ruzie mee te maken in je eigen hoofd, kun je proberen om de gedachte gewoon los te laten. Misschien kun je wat visualisaties proberen en er een vinden die voor jou werkt. Je zou je kunnen voorstellen dat gedachten zijn als wolken die zich vormen en zich verspreiden, of als treinen die voorbij rijden, of als regendruppels die op je vallen maar doorgaan totdat ze van je afvallen. De leerkracht kan de leerlingen instrueren of ze kunnen een geschikte versie van beschikbare begeleide mindfulnessoefeningen gebruiken. Na afloop van een oefening kan een discussie over de ervaringen van de leerlingen ermee en over hoe ze zich voelen nu ze sommige gedachten hebben losgelaten, nuttig zijn. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Kleine maar significante effecten van vermindering van depressie en angst/stress zijn gevonden na mindfulness interventies bij kinderen en adolescenten, mogelijk deels door vermindering van stress. |
Duur |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik zijn een paar minuten voldoende. |
Materiaal |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik zijn een paar minuten voldoende. |
Referenties |
Er zijn veel beschrijvingen van oefeningen en hulpmiddelen online beschikbaar. E.g., in Estonian https://soundcloud.com/anni-kuusik |
Titel |
---|
Ademhalingsoefening |
Ondertitel |
Mindfulness-oefeningen |
Korte beschrijving |
De leerkracht kan beginnen met met de leerlingen te praten over stressreacties en onder de aandacht brengen hoe onze ademhaling verandert als we stress voelen. Omdat ademhaling iets is dat we kunnen controleren wanneer we dat willen, kan het vertragen van het ademhalingstempo door het controleren van de in- en uitademing de fysiologische stressreacties verlichten. Langzaam neuraal ademen kan de fysiologie met betrekking tot stress onmiddellijk veranderen. De leerkracht kan de leerlingen dan begeleiden door enkele minuten langzaam diep ademhalen door de neus met het tellen van de tijd (bijvoorbeeld in een natuurlijk rustig tempo van één tot vier) voor het in- en uitademen. Als de leerlingen eenmaal vertrouwd zijn met de oefening, kunnen ze zelf instructie geven. De leerkracht moet in de lessen tijdstippen opnemen om de leerlingen eraan te herinneren dat ze moeten oefenen en tijd voor hen vrijmaken om de oefening te doen. Naarmate de leerlingen hun ademhaling beter onder controle krijgen, kunnen ze deze vaardigheid gebruiken om te voorkomen dat ze in moeilijke situaties te veel stress ervaren. De leerkracht kan hen er bijvoorbeeld aan herinneren om diep te ademen als er een stressvolle situatie zoals een examen aankomt. |
Doelgroep |
Leerlingen en leraren |
Theoretische achtergrond |
Een paar verkennende onderzoeken suggereren dat diepe ademhaling schoolkinderen kan helpen weerbaarder te zijn bij stress, maar er is meer robuust onderzoek nodig in de vorm van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken. |
Duur |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik zijn een paar minuten voldoende. |
Materiaal |
Om te oefenen kun je tot 20 minuten gebruiken. Voor dagelijks gebruik zijn een paar minuten voldoende. |
Referenties |
Er zijn veel beschrijvingen van oefeningen en hulpmiddelen online beschikbaar. E.g., in Estonian https://soundcloud.com/anni-kuusik |
Binnen Hogeschool UCLL Research & Expertise werkten we conflicthelden uit.
https://www.conflicthelden.be/
Met Conflicthelden.be leer je jongeren om beter om te gaan met verschillende aspecten van conflict, frustratie, agressie en pesten. Zowel preventief, maar ook om inzicht te verwerven in conflicten/situaties die al plaats vonden.
Je kan conflicthelden individueel gebruiken om een jongere te begeleiden, maar je kan ook klassikaal aan de slag gaan met oefeningen die je terugvindt op de website.
Interesse om aan de slag te gaan met Conflicthelden? Check dan zeker onderstaande workshops.
https://research-expertise.ucll.be/nl/dienstverlening/items/digitale-tool-workshop-conflictheldenbe