Finding help & support

Als leraar kan je observeren of er significante en blijvende veranderingen zijn in het gedrag van de leerling. Veranderingen in gedrag kunnen namelijk wijzen op een behoefte of nood, maar zeker niet alle veranderingen in gedrag betekenen dat de leerling nood aan ondersteuning of hulp heeft. Probeer als leraar in te schatten of de hulp of ondersteuning nodig is. En waar mogelijk kijk onder of achter het gedrag van de leerling en ga het gesprek aan.

Wanneer de situatie gevaren inhoudt, schakel dan de nodige crisishulp in en zorg ervoor dat de leerling niet alleen achterblijft. Indien er geen gevaar is, maar wel dreiging schakel dan ouders en andere vertrouwenspersoon en/of hulpverleners in.

Indien je inschat dat er gevaar is dan is het aangaan van een gesprek met de leerling cruciaal. Zoek naar gepaste tijd en plaats voor een rustig en ongestoord gesprek. Als leraar kan je beschrijven wat je opmerkt en weergeven waarom je bezorgt bent. Zelfs als de leerling geen verder gesprek wil aangaan loont het de moeite om je bezorgdheid te uiten. Je kan waar nodig doorverwijzen naar een interne vertrouwenspersoon in de school of naar een externe organisatie waarvoor we je in deze trap meer info geven.

Tijdens dit soort gesprekken is het belangrijk om de privacy en vertrouwelijkheid van de leerling en zijn familie te respecteren. Ga voor jezelf na binnen jouw school wat je rechten en plichten zijn. Indien je dit voor jezelf weet dan weet je ook dat je jouw taak als leraar op een goede manier hebt volbracht.

Bekijk ook waar het nodig is om de ouders te informeren. Verduidelijk hen indien nodig dat je samen wil bekijken welke ondersteuning of hulp de leerling nodig heeft en wat jij kan betekenen als leraar. Let hier ook op dat jij je goed voelt bij de rol die jij hier als leraar opneemt. Beschrijf ook aan de ouders wat jij observeerde en waarom jij je ongerust maakt over de leerling.